Afschaffing slavernij geen reden tot feest (2017)

Keti koti, 1 juli, de afschaffing van de slavernij, het zegt veel groepen mensen zeer weinig. Hieronder vallen veel blanke Nederlanders, maar ook op Curaçao is 1 juli geen dag waar massaal bij stilgestaan wordt. Op 1 juli 1863 is de slavernij in Nederland afgeschaft. Deze dag wordt op Curaçao gezien als de dag dat de Nederlanders de vrijheid toelieten. Voor de Curaçaoënaars is 17 augustus 1795 veel belangrijker: deze dag zien zij als het begin van het einde van de slavernij.

Op Curaçao zijn ze ‘stoutmoediger’, zei voormalig Curaçaose minister van Cultuur, Rubia Bitorina, op de herdenking van 150 jaar afschaffing in 2013. In haar speech vergelijkt zij de 1 juli viering van Suriname met die van Curaçao. In Suriname is het een grote feestdag, maar op Curaçao wordt op 1 juli helemaal niets gevierd. “Zij vieren in augustus dat de slaven hun eigen leven wilden leiden. Zij vieren 17 augustus. Dat is de dag dat Tula in 1795 de grote slavenopstand begon. De dag dat slaven zelf besloten vrij te zijn. Dat is een reden om te vieren”, aldus Bitorina. De herdenking van vier jaar geleden is een uitzondering, andere jaren wordt de afschaffing van de slavernij niet herdacht en niet gevierd. Momenten die belangrijk zijn voor de emancipatie van de Curaçaoënaars worden wel gevierd. 2 juli, Dia di Bandera, de dag van de vlag is één van deze feestdagen. Het hebben van een eigen vlag, land en volkslied wordt dan gevierd.
          Een andere grote feestdag is dus 17 augustus. Het is nog immer belangrijke dag op Curaçao door de impact van de slavenopstand die op deze dag in 1795 begon onder leiding van Tula, Bastiaan Carpata en Louis Mercier. Tula wordt gezien als de grote leider en is sinds 2010 de nationale held van Curaçao. Hij was een slaafgemaakte op plantage Grote Knip en had een samenleving voor ogen waarin iedereen gelijk zou zijn. Dit blijkt uit het gesprek dat hij had met pastor Schink gedurende de revolte. “Wij zijn al te zeer mishandelt, wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid”, zei Tula toen Schink hem probeerde over te halen om te stoppen met zijn vrijheidsstrijd.

Al was de revolte neergeslagen en waren de leiders vermoord, de slaafgemaakten verlangden, volgens kapitein Van Westerholt, naar een nieuwe opstand. Hij nam daarom maatregelen om nieuwe opstanden te voorkomen. Zo werden onder meer zondagen vrije dagen voor slaafgemaakten en werden de eigenaren verplicht om hun slaafgemaakten te voorzien van kleding. Deze verzachtende maatregelen waren er niet om de levens van de slaafgemaakten te verbeteren, maar om opstanden te voorkomen. Toch was het voor een kleine stap vooruit.
          De Curaçaose vrijheidsstrijd van 1795 is op zichzelf het herdenken waard, maar heeft vooral zijn stempel op de geschiedenis gedrukt doordat het onderdeel was van een reeks opstanden tegen de onderdrukkers, tegen de Nederlanders. In het gehele Caribische gebied zijn 8 á 9 slavenopstanden geweest waar meer dan 2000 mensen aan deelnamen. Twee hiervan vonden plaats op Curaçao, in 1795 en in 1800. Mede hierdoor hadden de Curaçaose slaafgemaakten een zeer slechte reputatie, maar deze reputatie hadden zij al voor de opstanden begonnen halverwege de 18e eeuw. De slaafgemaakten werden daarvoor al beschreven als ‘brutaal’ en ‘respectloos’. Deze omschrijvingen komen ook nog terug in de 19e eeuw, maar de laatste revolte was in 1800. De aanhoudende angst voor opstanden zou er beetje bij beetje voor zorgen dat de levens van de slaafgemaakten enigszins verbeterden. De onrust onder de Curaçaose slavenbevolking nam zeker toe nadat de Engelsen (1833) en de Fransen (1848) de slavernij afschaften. Al vóór 1863 nam het aantal Curaçaose vrijgelaten slaafgemaakten toe, net als het aantal dat zichzelf kon vrijkopen. De afschaffing van de slavernij veranderde vrij weinig aan het systeem op Curaçao. De laatste slaafgemaakten waren nu ook vrije mensen, maar nog steeds waren zij gebonden aan hun voormalige eigenaren. Regelingen voor ander werk en andere woningen waren immers niet genomen.

Het is dus allerminst vreemd dat 1 juli geen belangrijke plaats heeft in het collectief geheugen van Curaçao. De afschaffing van de slavernij is een sociaal politiek proces dat zich ver weg in Nederland heeft gespeeld en dat eindigde op 1 juli 1863. De emancipatie van de Curaçaoënaars is een proces dat niet gestopt is op die datum en dat zich nog steeds gaande is. 17 augustus 1795 is een belangrijk punt in dat proces van zelfontwikkeling, 1 juli was een eerder een formaliteit.

Note: In 2013 schreef ik al dit artikel voor mijn afstuderen aan de Fontys Hogeschool Journalistiek. Vier jaar later wil ik hiermee laten zien hoeveel ik geleerd heb tijdens de master Maatschappijgeschiedenis aan de EUR. Mijn master thesis (hier te lezen) gaat over de emancipatie van de Curaçaose slaafgemaakten tussen 1795 en 1863. Dankzij de nieuw opgedane kennis en mijn verbeterde inzichten verdient dat het artikel uit 2013 deze update.