Tropenmuseum wil kijk op slavernijverleden veranderen

Voor historici.nl schreef ik het volgende artikel over de nieuwe tentoonstelling van het Tropenmuseum:

“Door onze koloniale oorsprong voelen wij de verantwoordelijkheid om te zorgen voor kennisoverdracht en het stimuleren van een discussie”, zegt Stijn Schoonderwoerd, directeur Nationaal Museum van Wereldculturen. In het Amsterdamse Tropenmuseum openen 6 oktober twee nieuwe tentoonstellingen die bijdragen aan de nieuwe doelstelling van de koepelorganisatie: de kijk op het slavernijverleden veranderen. Slavernijgeschiedenis wordt te vaak als een afgeronde geschiedenis neergezet en te vaak wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van de kolonisator. Dat moet veranderen, zo stelt het museum.

Fashion Cities Africa moet vooral de diversiteit van het continent Afrika laten zien en focust daarom op vier grote Afrikaanse steden: Casablanca (Marokko), Johannesburg (Zuid-Afrika), Nairobi (Kenia) en Lagos (Nigeria). Aan de hand van mode wordt duidelijk dat het Afrikaanse erfgoed vele malen omvangrijker is dan alleen het slavernijverleden. De andere nieuwkomer is de semi-permanente Heden van het slavernijverleden. Het Tropenmuseum is in 1864 opgericht als Koloniaal Museum en heeft vanuit die geschiedenis diverse voorwerpen uit het koloniale verleden in het bezit. Daar wilden conservator Martin Berger en tentoonstellingsmaker Richard Kofi echter niet teveel nadruk opleggen. De verkooppapieren van een 6-jarig meisje zijn te zien, net als het brandijzer waarmee de slaafgemaakten gebrandmerkt werden, maar verhalen staan centraal. “Heden van het slavernijverleden richt zich op verhalen van hoop en verzet uit de slavernijperiode en hoe die doorwerken in het heden”, vertelt Kofi.

Heden van het slavernijverleden door Brian Elstak - Beeld: Tropenmuseum

Heden van het slavernijverleden door Brian Elstak – Beeld: Tropenmuseum

Deze nadruk op verzet betekent niet dat de ‘bekendere, duistere kant’ van de slavernijgeschiedenis niet belicht wordt. Het doel van de tentoonstelling is om bezoekers kennis te laten maken met de actuele, hedendaagse erfenissen van slavernij en kolonialisme in Nederland. Veel Nederlanders zien of voelen die erfenissen niet of nauwelijks. Toch zijn de gevolgen nog steeds merkbaar. Door ook nadruk te leggen op het verzet is in de tentoonstelling te zien dat slaafgemaakten geen lijdende voorwerpen waren en dat zij hun onvrijheid niet accepteerden. “Het is, denk ik, voor iedereen leerzaam om te weten dat uit het systeem van onderdrukking toch mooie dingen zijn voortgekomen”, vertelt Kofi verder. “Muziek, religie, taal, het waren allemaal vormen van cultureel verzet. Het was een middel om je menselijkheid terug te vorderen.” Hedendaagse vormen van verzet tegen onderdrukking hebben ook een plaatsje in de tentoonstelling. “Bijvoorbeeld het intellectuele verzet van The Black Archives”, zegt de conservator Berger. Dit is een initiatief dat zich richt op het verzamelen en bewaren van zwarte literatuur en kennis. Het archief bevat verschillende boekencollecties, archieven en artefacten.

De nieuwe tentoonstellingen zijn onderdeel van een nieuw beleid. “Vier jaar geleden moesten we bijna dicht, nu zijn we ‘alive and kicking’”, aldus Schoonderwoerd. “We willen mensen inspireren wereldburgers te worden, we willen angst voor andere culturen tegengaan. Dat maakt ons een eigentijds museum.” Ook de drie andere musea van het Nationaal Museum van Wereldculturen (Afrikamuseum, Wereldmuseum en Museum Volkenkunde) ondergaan veranderingen en met succes: “we hebben meer bezoekers dan ooit te voren!”

De nieuwe slavernijtentoonstelling past in een maatschappij waarin de interesse voor slavernij- en emancipatiegeschiedenis toeneemt. “Deze tentoonstelling hoort zeker bij deze tijd”, vertelt Schoonderwoerd. “Kijk maar naar ‘Black lives matter’ en naar de Zwarte Pieten-discussie. Deze bewegingen zijn niet nieuw, maar krijgen nu veel meer aandacht.” Het Tropenmuseum is dan ook niet het enige museum dat zich richt op deze duistere kant van de Nederlandse geschiedenis. In 2020 is in het Rijksmuseum een slavernijtentoonstelling te zien en het Haags Historisch Museum heeft nu de tentoonstelling Afrikaanse bedienden aan het Haagse Hof. “We zien dergelijke tentoonstellingen zeker niet als concurrentie. We vullen elkaar aan”, zegt Schoonderwoerd. “Hetzelfde geldt voor een mogelijk slavernijmuseum. Ik denk dat het lastig wordt om een heel museum in te richten, want er zijn niet bijzonder veel voorwerpen bewaard. Toch zou een slavernijmuseum erg belangrijk zijn voor het emancipatieproces. Als het museum komt, willen wij dan ook zeker helpen.”

In de tussentijd wordt gewerkt aan de vaste tentoonstellingen van het Tropenmuseum en het Afrikamuseum. “We gaan diverse debatten organiseren en de uitkomsten daarvan gaan we gebruiken om het museum in Berg en Dal te vernieuwen”, zegt Schoonderwoerd. Op advies van het Amsterdamse initiatief Decolonize The Museum komt in de vaste tentoonstelling van het Tropenmuseum meer ruimte voor koloniaal geweld. “De mensen van Decolonize The Museum vonden het verhaal nu te romantisch en wij kunnen ons daarin vinden. We gaan het aanpakken en in 2021 opent de nieuwe tentoonstelling. Tot die tijd zal Heden van het slavernijverleden te zien blijven. Fashion Cities Africa is korter te zien: tot in 2018.”